Project Description
PEDAGOOG MARIJE LAGENDIJK OVER TELEFOONGEBRUIK DOOR JONGE KINDEREN: ‘HET GAAT OM BALANS’
08.07.2019 | 20:46 UUR | ANNELOES SCHOHAUS
Toen we schreven dat een op de tien kinderen onder de vijf jaar telefonisch bereikbaar is en meer dan de helft van de tienjarigen een mobiele telefoon heeft, kwamen daar zeer uiteenlopende reacties op van lezers.
Van ‘te gek voor woorden’ tot ‘waarom niet?’: alles kwam voorbij. Wij vroegen mediapedagoog en kindercoach Marije Lagendijk hoe zij over telefoongebruik door jonge kinderen denkt.
TELEFOONGEBRUIK DOOR JONGE KINDEREN
“We zitten in een digitaal tijdperk en dat brengt nou eenmaal telefoons met zich mee”, reageert Lagendijk als we haar opbellen. “Het is een verrijking van hoe we nu opgroeien.” Wel is het volgens haar belangrijk om de balans te houden. “Kinderen tussen de vijf en tien jaar moeten genoeg tijd hebben voor ‘echte’ ervaringen naast online-ervaringen. Denk aan klimmen, vallen en voelen. Die dingen vormen de basis voor de ontwikkeling.”
VERANTWOORDE LEEFTIJD
De leeftijden waarop lezers hun kinderen voor het eerst een mobieltje gaven, lopen uiteen. ‘Mijn dochter kreeg een mobiele telefoon toen ze zes jaar was. Ik vond het ideaal’, schrijft iemand. En een ander zegt: ‘Mijn dochter van elf krijgt er pas een als ze op het voortgezet onderwijs zit.’ Wat is nou een goede leeftijd? “Vanaf een jaar of tien, de periode net voor de puberteit, is het verantwoord om kinderen een telefoon te geven”, zegt Lagendijk. “Je hebt dan als ouder nog grip op wat ze doen. Op het moment dat ze naar de middelbare school gaan, willen ze dingen voor zichzelf hebben.”
SCHIJNVEILIGHEID
Lagendijk begrijpt wel dat ouders hun kinderen op jonge leeftijd een mobiele telefoon geven. Zo zou je kind je kunnen bellen wanneer er iets gebeurt. “Maar het zorgt ook voor schijnveiligheid. Het is handig, maar moét het of is het om jezelf gerust te stellen?” Daar voegt de deskundige aan toe: “Het hangt ook af van wat er gebeurt en of je kind dan überhaupt in staat is om te bellen. Bij kinderen van vijf jaar is dat niet realistisch. Veel kleuters weten zelfs niet hoe ze heten wanneer ze in paniek zijn.”
GROEPSDRUK
Maar wat dan als iedereen uit de klas een telefoon krijgt en je jouw kind er geen wil geven? ‘Groepsdruk in de klas’ wordt regelmatig besproken tijdens ouderavonden, vertelt Lagendijk. “Natuurlijk is het vervelend als je kind buiten de boot valt, maar ik vind ook dat ouders moeten doen wat volgens hen goed is. Probeer kinderen dan op een andere manier dingen mee te geven. Filmpjes afpelen kan bijvoorbeeld ook via een computer.”
‘ONTDEK SAMEN DE TELEFOON’
Wanneer je je kind een telefoon geeft, op welke leeftijd dan ook, is begeleiding belangrijk. “Kinderen hebben ‘digitale zwemles’ nodig. Technisch zijn kinderen heel vaardig. Ze weten precies hoe ze een app moeten downloaden bijvoorbeeld. Maar het gaat om daadwerkelijk begrijpen wat ze aan het doen zijn. Ze kunnen op jonge leeftijd nog niet overzien wat voor een impact het kan hebben.”
‘MAAK CONCRETE AFSPRAKEN’
Wat je kinderen dan zoal mee kunt geven? “Leer ze dat ze niet alles moeten geloven wat ze zien. En ook dat er mensen zijn met foute bedoelingen. Praat erover.” Daarbij adviseert de kindercoach ouders concreter te zijn in het maken van afspraken. “‘Geen filmpjes kijken met vechtende mensen’ is duidelijker dan ‘geen gekke filmpjes kijken’. Het is vooral belangrijk dat ouders zich realiseren dat het voor kinderen niet vanzelfsprekend is hoe het er online aan toegaat.”
https://www.linda.nl/nieuws/interview/pedagoog-marije-lagendijk-telefoongebruik-jonge-kinderen/