Project Description

Door: YARA HOOGLUGT | in VROUW

„Maar iederéén heeft het, mam, waarom ik nou niet?!” Het zal veel moeders niet onbekend in de oren klinken. Maar wat als dat gaat over gewelddadige games? Moet je daar met een kind van 12 dan aan beginnen, ook al heeft ’iedereen’ het?

„Mijn zoon van 12 heeft bijna alleen maar games voor op zijn PlayStation op zijn verlanglijst voor zijn verjaardag”, schrijft Tessa. „Ik zie op zijn lijstje de meest gewelddadige games staan waarvan ik zelf überhaupt niet begrijp wat er leuk aan is. Wat mij betreft komen die games er niet in, hij is 12 en ik vind hem echt nog te jong voor dood en verderf, vecht- en moordpartijen en weet ik veel wat allemaal nog meer.”

„Mijn man daarentegen heeft geen bezwaar onder het mom van ’het is maar een spelletje’. Ik vind hem daarin te laconiek. Ik ben bang dat mijn zoon beïnvloed wordt door dit soort games en wil hem zo lang mogelijk behoeden voor dit soort dingen. Het lijkt mij dat ik gelijk heb? Met wat voor argumenten kan ik mijn man nou eens om de oren slaan?”

PEGI-rating

Tessa heeft inderdaad gelijk, beaamt mediapedagoog Marije Lagendijk. Ze verwijst daarvoor ten eerste naar de PEGI-rating: de leeftijdsclassificering voor games. „Als een game een PEGI-rating van 18+ heeft, zoals bij gewelddadige games als GTA en Call of Duty het geval is, zou ik daar echt niet aan beginnen met een kind van 12. Die rating is niet voor niets; het zegt dat de game niet passend is voor de ontwikkelingsfase van een kind onder de 18.”

Porno kijken

Het argument ’het is maar een spelletje’ gaat hier dus absoluut niet op, vindt Lagendijk. „Ter vergelijking stel ik ouders vaak de vraag: ’zou je je kind ook naar porno laten kijken?’ Nee, natuurlijk, want van porno wordt het als vanzelfsprekend zien dat dat niet geschikt is voor jonge kinderen. Waarom zou dat voor games met een 18+-rating anders zijn? De heftigheid is vaak erg intens, de games zijn realistisch vormgegeven en missies die je moet uitspelen gaan vaak ver. Zo heeft GTA een verhaallijn waarin je mensen moet martelen…”

Vervormde werkelijkheid

Het is nooit aangetoond dat kinderen die gewelddadige games spelen, later ook daadwerkelijk gewelddadig worden. Toch kunnen spellen wel degelijk leiden tot agressieve gedachten, benadrukt Lagendijk. „Dat is des te meer het geval wanneer kinderen de games in hun eentje spelen en daar geen duiding bij krijgen. Het kan ervoor zorgen dat ze het toepassen van geweld als normaler gaan zien dan het daadwerkelijk is. Natuurlijk verschilt het per kind, maar voor veel kinderen is het op jonge leeftijd nog lastig om de scheiding te maken tussen de echte wereld en een game. Het is altijd een risico dat het beeld van de werkelijkheid wordt vervormd.”

Verstoorde nachtrust

Daarnaast zou de nachtrust van een kind kunnen lijden onder al te veel geweldgerelateerde impulsen, vervolgt Lagendijk. „Een kind kan wel heel stoer zeggen dat-ie het allemaal wel aankan, maar op 12-jarige leeftijd kun je dat zelf nog helemaal niet goed inschatten. Een kind kan er echt slecht van gaan slapen als hij enge dingen heeft gezien op een scherm.”

Opvattingen loslaten

Kortom: Tessa ’staat in haar recht’ als ze de verlanglijst van haar zoon de prullenbak in gooit. Maar, zo stelt Lagendijk, ze moet er dan wel voor zorgen dat ze haar beweegredenen goed aan hem uitlegt. „In de mediaopvoeding draait alles om het gesprek. Niet keihard zeggen ’daarom niet’, of overal keihard je eigen opvattingen op loslaten. Dat mag je allemaal vinden, maar dat gaat je niet helpen in een gesprek met je kind. Stel vragen: wat voor games vind je leuk, waarom precies, welke gevoelens heb je daarbij, heb je weleens iets gezien dat je eng vond, moet je daar weleens aan denken als je in bed ligt?”

Niet om te pesten

„Vaak wordt een kind alleen gevraagd hoe het op school was, maar de vraag hoe het online is geweest is net zo voor de hand liggend. Aan de hand daarvan kun je ook uitleggen dat er nu eenmaal grenzen zijn voor kinderen. Je kunt het vergelijken met scooter rijden: ook dat mag je kind pas vanaf zijn zestiende. Leg uit dat dat soort maatregelen er niet zijn om je kind te pesten, maar om hem te beschermen. Je kunt ook duidelijk uitleggen waartegen hij dan beschermd moet worden: te gewelddadig, te grof, te eng. De leeftijdsgrens is er niet voor niets; die moet doorslaggevend zijn.”