‘Ja maar maham, iedereeeeeen heeft er een en ik nog niet, ik wil ook een telefoon!’. Het is DE zin waarmee veel kinderen hun ouders proberen te overtuigen dat het toch echt hoog tijd wordt om een mobiele telefoon aan te schaffen. Maar op welke leeftijd geef je een kind eigenlijk een eigen smartphone?
Handig en verstandig?
Jij als ouder beslist wanneer je jouw kind een telefoon geeft. Er is geen vaste richtlijn die zegt wanneer je dat moet doen. Toch zijn er wel een aantal dingen waar je rekening mee kunt houden bij het nemen van deze beslissing.
Als je kijkt naar de ontwikkeling van kinderen dan zijn ze eigenlijk pas in de tweede helft van groep 8 in staat om een smartphone enigszins verstandig te gebruiken. Op die leeftijd hebben ze meer inzicht in oorzaak en gevolg, kunnen ze zich beter inleven in anderen en leren ze steeds beter dat niet alles is wat het lijkt. Ze kunnen kritischer nadenken over zichzelf en de wereld om hen heen.
Technisch zijn ze vaak al heel vaardig, ze weten hoe ze het toestel moeten bedienen, hoe ze apps moeten installeren en hoe je diverse social media-accounts aanmaakt bijvoorbeeld. Ze zijn heel handig. Maar naast handigheid is er nog een andere belangrijke factor nodig, namelijk ‘verstandigheid’. Want in de online wereld zijn er heel veel keuzes te maken en hangt je veiligheid vrijwel direct samen met het maken van verstandige keuzes. Zo is het bijvoorbeeld belangrijk dat je nadenkt over vragen als:
- Hoe beveilig ik mijn accounts?
- Hoe ga ik om met ongevraagde/ongepaste berichten?
- Hoe weet ik of iets wel of niet waar is?
- Hoe ga ik reageren als er ruzie ontstaat in de WhatsApp groep?
- Wie kan ik om hulp vragen?
Digitale zwemles
Ik vergelijk het hebben van een smartphone altijd met zwemmen. Je gooit je kind zonder zwemdiploma niet zomaar in het diepe in de hoop dat hij vanzelf zal zwemmen. Leren zwemmen doe je stap voor stap en vraagt nog best wat oefening.
Dat geldt ook voor het verstandig omgaan met een smartphone. Je kunt niet verwachten dat kinderen vanzelf leren hoe ze verstandig met een smartphone om gaan. Daarvoor hebben ze digitale zwemles nodig. Wat is dan digitale zwemles? Het is hulp en begeleiding bij het verkennen van die online wereld. Concreet betekent dat je, wanneer je jouw kind een telefoon geeft, stap voor stap samen gaat bekijken hoe alles werkt en dat je meekijkt met wat ze online doen. Niet vanuit wantrouwen, maar vanuit samenwerking.
Maak duidelijke afspraken over wat ze wel of niet online mogen doen en wat ze moeten doen als ze het even niet meer weten.
Het gedrag van jouw kind in het dagelijks leven geeft je informatie over hoe hij/zij zich in de digitale wereld zal begeven. Kan jouw kind grenzen aangeven en kan jouw kind zich aan regels en afspraken houden? Is jouw kind heel open en vertelt het jou alles of is jouw kind juist heel gesloten? Is jouw kind heel impulsief, nog heel naïef, makkelijk beïnvloedbaar of juist snel boos? Al deze factoren zijn belangrijk om je veilige en positieve manier op bijvoorbeeld social media te begeven en niet ten prooi te vallen aan negatieve aspecten die het internet kent.
Jong geleerd
Eerder in dit blog schreef ik dat kinderen qua ontwikkeling pas in de tweede helft van groep 8 toe zijn aan een telefoon. Toch blijkt in de praktijk dat veel kinderen al in groep 6 een eigen telefoon krijgen en soms zelfs nog eerder. Dat hoeft geen probleem te zijn, mits je als ouder actief iets doet om je kind te begeleiden, te helpen en te beschermen. Kinderen in groep 6 zijn nog onvoldoende in staat om de complexiteit van een smartphone te overzien. Ze kunnen het echt nog niet alleen!
Daarbij komt ook dat populaire apps als TikTok en Instagram een wettelijke leeftijdsgrens hebben van 13 jaar of ouder. Dat geeft al aan dat deze apps in basis niet voor jonge kinderen gemaakt zijn. Extra reden om als ouder dus actief mee te kijken.
Meerwaarde van samen
Ze hebben jou als opvoeder nodig om ze wegwijs te maken en dat biedt jou als ouder ook direct een mooie kans. Door veel samen uit te zoeken, te ontdekken en te praten over wat er online allemaal op je pad komt leg je een belangrijke basis voor later. Want nu ze nog zo jong zijn laten ze je veel makkelijker toe in hun (online) wereld. Je kunt dus nog gemakkelijk meekijken en bijsturen waar nodig. Wanneer ze in de puberteit komen wordt dat een stuk lastiger. Dus liever op jongere leeftijd een smartphone & digitale zwemles, dan wachten tot de brugklas en ze dan in het diepe gooien.
Thuis regelmatig praten over de leuke en minder leuke dingen in de online wereld zorgt er voor dat jouw kind je makkelijker in vertrouwen neemt op het moment dat hij/zij tegen problemen aanloopt. Controleer wat ze online doen, maar doe dat niet stiekem, maar vooral samen met jouw kind. Je kunt er ook voor kiezen om een app voor ‘ouderlijk toezicht’ te gebruiken. Family Link is een veelgebruikte app onder ouders. Via deze app kun je de schermtijd van jouw kind instellen en bijvoorbeeld instellen dat jouw kind eerst om toestemming moet vragen voordat ze een app installeren.
Praat over wat je ziet, vraag wat ze ervan vinden en wat het met ze doet. Leer ze zelf nadenken over oplossingen als iets niet goed gaat en stel grenzen wanneer nodig.
Je bent niet alleen
Bijna alle ouders hebben vragen over hoe je die digitale zwemles nou vorm moet geven. Praat daarom ook vooral met ouders van vriendjes en vriendinnetjes. Zo kun je uitvragen welke regels zij hanteren, kun je ideeën van elkaar opdoen en kun je ook makkelijker tot gezamenlijke afspraken komen over regels en gedrag in groepsapps wanneer dit nodig blijkt.
En tot slot, zorg dat jouw kind ook nog voldoende momenten zonder telefoon heeft. Hun brein is nog in ontwikkeling en het verwerken van al die online informatie kost tijd en energie. Daarvoor heb je voldoende rust en slaap nodig. Dus willen ze de telefoon mee naar boven als ze gaan slapen? Je hebt een hele goede reden om dat te verbieden en schroom niet om dat vooral ook te doen ?!